Lokasoft - Schaakmeester

 

Leer schaken in 30 minuten

Introductie
Schaken is een fasinerend spel. Het is zeer lang geleden ontstaan en word tegenwoordig door milioenen mensen beoefend. Bijna iedereen heeft in zijn leven wel eens een partijtje gespeelt en kent de basis regels. Indien dit niet het geval is, of u wilt uw basis kennis ophalen, dan bieden wij deze korte schaakcursus aan. We hopen dat u gefasineerd zult raken van de taktieken en strategieen en schaken uw grootse hobby zal worden.

Het bord

 

 

 

 

Het schaakbord heeft 64 velden, 32 witte en 32 zwarte. Het bestaat uit 8 rijen genummerd 1 tot 8 en 8 colommen gelabeld a tot h. Elk veld heeft een naam: a1, b1, c1, d1, e1, f1, g1 en h1 op de eerste rij. b1. b2, b3, b4, b5, b6. b7 en b8 op de tweede rij, enz.. De velden a1, a2, a3, a4, a5, a6, a7 en a8 vormen de a-lijn. h1, h2, h3, h4, h5, h6, h7 en h8 de h-lijn. Deze namen worden gebruikt om aan te kunnen geven waar de stukken staan en waar ze naar toe gaan.

Notatie
Om gespeelde partijen te kunnen noteren is er de schaak notatie. In deze notatie worden de volgende symbolen gebruikt voor de stukken: K voor koning, D voor Dame, T voor Toren, L voor Loper, P voor Paard. Voor de pionnen word geen symbool gebruikt. Om een zet te beschrijven word eerst het symbol voor het stuk gegeven, dan het veld waar het stuk staat gevolgd door een - of een x dan het bestemmings veld. b.v. Dh3-e6 betekend de Dame op h3 gaat naar e6. e2-e4. De pion gaat van e2 naar e4. Dit is de lange notatie, er bestaat ook een verkorte notatie waarbij alleen het bestemmings veld word gegeven.

De beginstelling

 

Plaats het bord voor u, zorg ervoor dat er een wit veld rechts beneden is (op h1). Plaats de witte stukken op de eerste rij, de Koning op e1, Dame op d1, Torens op a1 en h1, Paarden op b1 en g1 en de Lopers op c1 en f1. Plaats de witte pionnen op de tweede rij. Plaats nu op de zelfde wijze de zwarte stukken op de achtste rij en de zwarte pionnen op de 7e rij.
 • Let op dat de witte dame op een wit veld staat en de zwarte dame op een zwart veld.

De stukken

The white KingDe Koning
Dit is het belangrijkste stuk uit het spel. De koning mag in elke richting gaan maar slechts 1 veld per zet. b.v. : Kg4-g3, Kg3-f3 or Kf3-e4
 • Let op dat een koning op het midden van een leeg bord naar 8 velden kan zetten.

 

The white QueenDe Dame
De Dame is het sterkste stuk, de dame kan in elke richting gaan zoveel velden als ze kan. b.v. : Dh5-a5. Da5-c3 of Dc3-c6.
 • Een dame in het midden van een leeg bord kan 27 velden bereiken.

The white RookDe Toren
De Toren kan horizontaal en vertikaal zetten zoveel velden als hij wil. b.v.: Ta3-a6, Ta6-g6 of Tg6-g3
 • Observeer dat een Toren op een leeg board 14 velden kan bereiken, het maakt daarbij niet uit waar de Toren staat.

The white BishopDe Loper
De Loper beweegt zich diagonaal, hierdoor zal het altijd op velden van dezelfde kleur blijven. b.v.: Lf3-c6 of Lc6-a4.

The white KnightHet Paard
Het paard beweegt in L vormig patroon, 2 velden horizontaal en 1 veld vertikaal of 2 velden vertikaal en 1 veld horizontaal. Een Paard is het enigste stuk dat over stukken heen kan springen. b.v. : Pg1-f3, Pf3-e5, Pe5-d4
 • Observeer dat een Paard op het midden van een leeg bord 8 mogelijke zetten kan doen.

Alle stukken behalve de pionnen kunnen zowel voor als achteruit zetten. Geen van de stukken behalve het Paard kan over andere stukken heen springen.

In het algemeen is de waarde van de stukken als volgt:
pion 1, Toren 5, Paard 3, Loper 3, Dame 9.
Een voorsprong van 2 punten is voor een goede speler doorgaans voldoende om de partij te winnen.

The white PawnDe Pion
Normaal mag een Pion 1 veld voorwaards zetten, behalve als de pion nog niet gezet heeft dan mag deze naar keuze 1 of 2 velden voorwaards zetten. Pionnen kunnen alleen vooruit zetten, dit in tegenstelling tot de andere stukken. b.v.: d2-d4, d4-d5 en d5-d6 en voor zwart e7-e5, d7-d5 enz.
 • Observeer dat in de begin stelling wit kan kiezen uit 16 pion zetten.

Pion promotie
Als een pion de andere kant van het bord bereikt dan kan de pion promoveren. De speler kan dan kiezen naar welk stuk deze promoveert. Dit kan zijn een Dame, Toren, Loper of Paard. Meestal zal dit een Dame zijn. Het promoveren van een pion is een belangrijk doel om voor te spelen.

Een ander belangrijk verschil tussen de pion en andere stukken is de wijze waarop een pion slaat. De pion zet vooruit maar slaat schuin. b.v.: Plaats een witte pion op b2 en een zwarte pion op c3. De witte pion kan zetten naar b3 of b4 of de zwarte pion slaan op c3.

En Passant
De 'En passant' zet is een speciale regel waarbij een pion een pion slaat. Als een pion twee velden vooruit zet en daarbij naast een vijandelijke pawn eindigt, dan mag deze de juist gezette pion slaan alsof de pion maar een veld heeft gezet. Dit heet 'En passant' slaan en kan alleen direct na de dubbele pion zet. Een voorbeeld: Zet een zwarte pion op a4 en een witte pion op b2. De witte pion doet een dubbele zet en gaat dus naar b4. Alleen nu mag de zwarte pion de witte pion slaan. Na het slaan komt de zware pion terecht op b3. In notatie: a4xb3 e.p.

Aanvallen en slaan
Als een stuk naar een veld kan gaan waar een stuk van de tegenstander staat, dan word het stuk van de tegenstander aangevallen. Het is dan mogelijk voor het aanvallende stuk om het aangevallen stuk van het bord te verwijderen en zelf op dat veld te gaan staan. Dit heet slaan. In de notatie word dit met het symbol 'x' aangegeven. Een voorbeeld: Witte Toren op b3 en zwart Paard op b6, we kunnen nu de zet Tb3xb6 doen. Dus de Toren slaat nu het zwarte Paard op b6.
Een stuk kan geen stukken van zijn eigen kleur slaan, in dat geval word het stuk verdedigt.
Let op: Slaan is niet verplicht. 
 • Observeer dat in de begin stelling geen enkel stuk is aangevallen.


Schaak en Schaakmat
Als een stuk de Koning van de tegenpartij aanvalt dan staat deze 'Schaak'. De tegenpartij moet dan zinj Koning uit schaak halen. Als dat niet mogelijk is, dan is het 'Schaakmat' en heeft de speler wiens Koning schaakmat staat de partij verloren. In notatie het symbol '+' staat voor Schaak. b.v.: Ta1-a7+. De Toren gaat van a1 naar a7 en geeft Schaak.
Er zijn 3 manieren om de Koning uit het schaak te halen:
1) Verplaats de Koning naar een veilig veld (wat niet aangevallen is).
2) Sla het stuk dat schaak geeft.
3) Plaats een stuk tussen het schaak gevende stuk en de Koning.

Het doel van het spel is om de Koning van de tegenstander schaakmat te zeten. Als een Koning schaak staat en kan hier niet uit komen dan is het dus schaakmat en is de partij over.
 • Hoe kan wit schaak geven na de begin zetten 1) e2-e4 f7-f5 ?
 • Vind de schaakmat zet na 1) f2-f4 e7-e6 2) g2-g4 ? Dit is het herdersmat en is het kortst mogeljke schaakmat.

Rokade
Dit is de enigste zet waarbij twee stukken verplaatst worden: de Koning en de Toren. De Koning gaat twee velden in de richting van de Toren en de Toren wordt vervolgens naar de andere kant van de Koning verplaats. Er zijn twee soorten Rokade, de lange en de korte. De rokade word vaak in het begin van de partij gespeeld omdat hierdoor de Koning snel naar een veilige plaats kan en tevens de Toren in het spel komt. Een voorbeeld: Start vanaf de begin stelling en speel: 1) d2-d4, e7-e6 2) Pb1-c3 Pg8-f6 3) Lc1-g5 Lf8-e7 4) Dd1-d2. Nu mag zwart de korte rokade uitvoeren: 4) ...   0-0. De Koning gaat naar veld g8 en de Toren naar f8. Nu kan wit lang rokeren: 5) 0-0-0. De Koning gaat naar c1 en de Toren naar d1.
Rokade is alleen toegestaan als:
a) De Koning en de betreffende Toren nog nooit gezet hebben.
b) De velden tussen de Koning en de Toren moeten leeg zijn.
c) De Koning staat niet schaak.
d) Geen van de velden die de Koning passeert staat aangevallen.
e) De Koning staat niet schaak na de zet.

Het begin
Beide spelers doen om beurten een zet, daarbij begint wit, dit gaat door totdat de partij over is. Zetten is verplicht, het is niet mogelijk om te "passen".

Het einde
winst of remise
Het doel van het spel is de tegenstanders Koning schaakmat te zetten. Als wit de zwarte Koning schaakmat zet wint wit en is het 1-0, omgekeert als zwart de witte Koning schaakmat zet dan wint zwart en is het 0-1. Als geen van beide partijen schaakmat kan zetten dan is het gelijk spel of wel remise: 1/2-1/2.

Remise
Remise kan op de volgende manieren bereikt worden:
- Pat.
De speler die aan zet is, staat niet schaak maar kan ook geen zetten meer doen. Dit heet Pat.
- Onvoldoen mat potentieel.
Beide partijen hebben onvoldoende stukken om de ander schaakmat te zetten. b.v. Een Koning en een Paard, of Koning en Loper kunnen geen schaakmat geven. Let op dat een pion nog kan promoveren.
- Eeuwig schaak.
Een van de spelers kan voordurend schaak geven.
- 3 maal dezelfde stelling.
Dezefde stelling is voor de 3 maal bereikt waarbij dezelfde speler aan zet is en dezelfde zet mogelijkheden heeft.
- 50 zetten regel.
Als er gedurende 50 zetten geen pion zet is gedaan EN geen stukken zijn geslagen dan kan er remise geclaimed worden.
- Remise door wederzijdse overeenkomst.
In bepaalde stellingen waarbij een speler geen winst mogelijkheden meer ziet kan deze remise aanbieden, de tegenstander is vrij om het aanbod af te wijzen of te accepteren.

Stategie
Zoals eerder gezegd is het doel van het spel om de Koning van de tegenstander schaakmat te zetten. Het zal duidelijk zijn dat dit doel niet onmiddelijk bereikt kan worden. Daarom zijn er wat subdoelen in de verschillende fases van het spel.

De opening
In de openings fase is het belangrijkste doel om de eigen stukken te onwikkelen (oftewel in het spel te brengen).

Het middenspel
Nu is het zaak de stukken zodaning op te stellen ter voorbereiding op een mogelijke aanval op de Koning van de tegenstander.

Het eindspel
Nu is het tijd om voor de beslissende Konings aanval te gaan.

Klaar om te spelen
Dit waren dan de basis regels van het schaakspel and u bent nu klaar voor een eerste partij. We hopen dat de uitleg voldoende was. Wilt u meer weten over dit speel, lees dan boeken, bezoek een schaakclub of speel schaak op het internet. Veel plezier!

Later in deze serie zullen we dieper op de strategie in gaan. 

Om alvast wat te oefenen probeer onze schaak applet here...